Tentoonstellingen
In de permanente tentoonstellingen van de Drongengoedhoeve wordt er vooral aandacht besteed aan de landschapsgeschiedenis van de Cuesta Zomergem - Oedelem en aan de landschapsontwikkeling van het Maldegemveld. Het geologisch verhaal begint reeds 40 miljoen jaar geleden. De uitgestrektheid van het Maldegemveld wordt op onderstaande historische Mercatorkaart prachtig geïllustreerd.
1. Tentoonstelling: “Het geheim van de Cuesta”
Op 23 juni 2016 werd de permanente tentoonstelling ‘Het geheim van de Cuesta’ officieel geopend. De Cuesta van Zomergem-Oedelem is een traditioneel landschap bestaande uit een reeks getuigenheuvels.
De tentoonstelling vertelt de geschiedenis van het ontstaan van de Cuesta tot het huidig beheer van het gebied in drie luiken: geologie, archeologie en natuurbeheer.
De inrichting van de geïntegreerde tentoonstelling met volgende items kwam tot stand dankzij een publiek-private samenwerking:
- geologische geschiedenis van de cuesta;
- de mens in het landschap (archeologie);
- het vermengen van de pottenbakkersactiviteiten (pottenbakkersvereniging Cuesta) in het geheel;
- toelichting van het bosbeheer- en landschapsbeheerplan.
2. Tentoonstelling “Merkwaardige dames”
De culturele erfenis van de gezusters Johanna en Margaretha van Constantinopel is ongezien. Het waren merkwaardige en machtige dames die hun stempel in de graafschappen Vlaanderen, Henegouwen en Zeeland hebben gedrukt.
Gravin Johanna begunstigde het kloosterleven en onder haar impuls ontstonden er tal van kloosters, abdijen, begijnhoven, hospitalen, leprozerieën… Tal van stadsrechten werden toegekend, o.a. aan Eeklo, Middelburg, Westkapelle, e.a…
Gravin Johanna verkocht en schonk in het Maldegemveld 1.100 ha “gemene” grond aan een drietal abdijen:
- Het domein “Papinglo” aan de St. Baafsabdij van Gent
- Het domein “Drongengoed” aan de norbertijnenabdij van Drongen (1242)
- Het domein “Burkel” aan de abdij ter Doest te Lissewege.
Na 1242 werden nog 2 ontginningsdomeinen toegevoegd:
- Het Prinsenveld van de Heren van Maldegem
- Waarschoot Veldeke van de priorij van Waarschoot
Zo ontstond er een cluster van 5 ontginningsdomeinen in het Maldegemveld. Kenmerkend is het dambordvormig drevenpatroon.
In 1251 gaf gravin Margaretha van Constantinopel aan Gent de toelating voor de aanleg van een kanaal tussen de Leie in Gent en het Zwin in Damme. Enkele eeuwen lang was het economisch belang van de Lieve voor Gent zeer groot, o.a. voor de drukke wol- en lakenhandel met Engeland. De Lieve wordt “tscoenste juweel dat de stede heeft”.
3. Tentoonstelling “900 jaar norbertijnen - Abt de Stoop achterna”
De geschiedenis van de Drongengoedhoeve is nauw verbonden met de norbertijnenabdij van Drongen
Wereldwijd vierden de norbertijnen in 2021 hun 900-jarig bestaan. De Drongengoedhoeve is een abdijhoeve van de norbertijnenabdij van Drongen. De stempel die ze op het landschap drukten, is zo groot dat je tot op de dag van vandaag overal hun sporen ziet, in het landschap en in het vele cultureel erfgoed.
De eerste ontginningspogingen van het Maldegemveld startten met de verkoop en schenking door gravin Johanna van Constantinopel van gemeenschappelijke of 'gemene' gronden aan een drietal abdijen. De Sint-Baafsabdij van Gent verwierf het domein 'Papinglo', de norbertijnenabdij van Drongen in 1242 het domein 'Drongengoed' en de abdij ter Doest van Lissewege het domein 'Burkel'.
Vanaf de vroege Middeleeuwen kunnen in het Maldegemveld volgende omzettingsfases worden onderscheiden:
- fase 1: van bos naar 'veld' of heide (vóór 1240)
- fase 2: eerste ontginningspogingen van het 'veld' (1240-1750)
- fase 3: de herbebossing van het 'veld' (1750-1800)
- fase 4: gedeeltelijke omzetting van bos naar landbouwgrond (vanaf 1800)
Voor het mislukken van de ontginningspogingen tijdens de tweede fase kunnen o.a. volgende oorzaken worden aangehaald: het marginaal karakter van de gronden (stugge kleigrond) en de nefaste gevolgen van de godsdienstoorlogen.
Een bloeiende ontginningsfase (fase 3) van het Maldegemveld start in de Oostenrijkse periode, tijdens dewelke er een gunstig landbouw- en bosbeleid werd gevoerd. Tijdens deze periode werd het landschap grondig gewijzigd en kreeg het gebied zijn planmatige aanleg en huidige vorm met dambordvormig drevenpatroon.
Onder het prelaatschap van de zeer ondernemende abt de Stoop (1740-1767) van de norbertijnenabdij van Drongen groeide het Drongengoed uit tot het grootste bosexploitatiecentrum (700 ha) van Oost-Vlaanderen. Gelet op de aanwezigheid van de stugge kleilaag had hij immers geopteerd voor bosbouw i.p.v. voor akkerbouw.
Abt de Stoop richtte eveneens de huidige abdijhoeve op (voltooid in 1746). Boven de ingangsdeur van de hoevewoning is er een bas-reliëf in grijze zandsteen aangebracht. Het reliëf bevat de wapenschilden en lijfspreuken van enerzijds de abdij van Drongen en anderzijds van abt de Stoop:
- een zwaan drijvende op het water, met als lijfspreuk “Vita brevis”: het leven is kort
- een groot hart omringd met vier kleine hartjes, met als lijfspreuk “Corda juncta cordibus”: laat de harten verenigd zijn of laat ons samenwerken.
Een eerste ontginningshoeve, de zogenaamde "Oude Hofstede", bestond reeds vóór 1400. De ontginning bleef echter beperkt. Op 200m in oostelijke richting van de bestaande hoeve bemerkt men er nog de restanten van de oude omwalling.
Met de Franse Revolutie werden de abdijgoederen verbeurd verklaard en te koop gesteld. In 1798 werd het Drongengoed verkocht en kwam het nooit meer terug in de handen van de kerkelijke overheid.
In 1936 wordt de hoeve eigendom van de familie Van Damme uit Eeklo die er belangrijke renovatiewerken en belangrijke sierbouwwerken liet uitvoeren. Het is Georges Van Damme die het Drongengoed maakt tot wat het nu is:
- renovatie van de hoevegebouwen
- herstellen van de wallen
- het bouwen van de duiventoren en de twee toegangspoorten in 1948
In 1953 werd het vliegveld van Ursel of het NAVO-vliegveld aangelegd. Hierbij kregen 190 ha bosgebied de bestemming van militair domein.
Sinds 2001 is de bv Drongengoedhoeve (Vansteelandt – De Bruyne) eigenaar. Er wordt samen met de vzw Vrienden van het Drongengoed een publiek-private samenwerking nagestreefd.